Kipkerrie met rijst en sperziebonen


  

Kipkerrie met rijst en sperziebonen 

300 gram rijst

500 gram kipfilet, in blokjes

2 theelepels kerriepoeder

1 theelepel komijn, gemalen

1 bouillonblokje (maggi)

1 eetlepel olie

1 ui, gesnipperd

2 teentjes knoflook, grof gehakt

5 cm gember

1 chilipeper, grof gehakt

1 theelepel honing

2 eetlepels limoensap

200 ml kokosmelk

15 gram koriander, grof gehakt

400 gram sperziebonen

Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking.

Meng de blokjes kipfilet met de kruiden en een bouillonblokje. Je kunt er voor kiezen om de kip 1 uur te marineren, maar dit hoeft niet per se.

Verhit een scheut olie in een hapjespan. Voeg de gesnipperde ui toe en bak glazig. Doe na 3 minuten de knoflook erbij samen met de peper en gember. Bak 5 minuten op middelhoog vuur.

Voeg de gemarineerde kip toe aan de pan en bak goudbruin. Giet vervolgens de kokosmelk erbij en breng aan de kook. Verlaag het vuur en laat de kipkerrie zachtjes 10 minuten pruttelen, zodat de kip verder gaart in de saus.

Kook ondertussen de sperziebonen in een pan met water en zout.

Zodra de saus iets is ingedikt en de kip gaar is, kun je het limoensap en de honing toevoegen aan de saus. Roer het geheel goed en proef de kipkerrie af op peper en zout.

Schep de rijst in kommen en verdeel de sperziebonen erover. Schik de saus bovenop de rijst en maakt de kipkerrie af met koriander.