Bruine bonensoep met rookworst
500 gram gedroogde bruine bonen
500 gram varkenskrabbetjes
100 gram magere spekreepjes
½ knolselderij
150 gram winterwortel
1 dunne prei
1 grote ui
1 grote kruimige aardappel (of 2 kleine)
½ bosje bladselderij
2 kruidnagels
2 laurierblaadjes
4 groentebouillonblokjes
1 klein blikje tomatenpuree
2,5 liter water
1 grote (magere) rookworst
zout en peper uit de molen
Bereiding:
De bruine bonen wassen en 12 uur laten weken.
2 Liter koud water opzetten met het zout, de krabbetjes, de spekreepjes, de kruidnagels, de laurierblaadjes en de groentebouillonblokjes. Aan de kook brengen en een ½ uurtje zachtjes laten koken.
Ondertussen de knolselderij, de winterwortel en de aardappel schillen en in kleine blokjes snijden. De ui pellen en snipperen. De prei wassen, halveren en in ringen snijden. De selderijblaadjes fijnhakken.
Schep eventueel het schuim uit de pan met een schuimspaan of een lepel en gooi het weg.
Voeg alle gesneden groenten, de bruine bonen en de tomatenpuree toe en laat de soep nog 2 uur zachtjes koken tot de krabbetjes en de bruine bonen gaar zijn. Haal de krabbetjes uit de pan en snij het vlees van de botten in kleine stukjes. Verwijder de kruidnagels en de laurierblaadjes. Doe het vlees weer terug in de pan. Snij de rookworst in plakjes en laat deze nog even mee verwarmen in de soep. Breng op smaak met peper en zout.