Voor de stamppot:
600 gr kruimige aardappels
1/2 knolselderij
200 gr zuurkool
200 gr spekblokjes
1 dl melk
1 tl kerriepoeder
zout en peper
Voor de krokante speklappen:
2 speklappen
1 ei
2 el bloem
50 gr paneermeel
2 el sojasaus
1 tl gerookt paprikapoeder
olie
zout en peper
Schil de aardappels en snijd ze in kleine stukken.
Verwijder ook de schil en onderkant van de knolselderij en snijd deze in iets
kleinere stukken dan de aardappels.
Doe de aardappel- en knolselderijblokjes in een pan en voeg water
toe totdat ze net onder staan. Breng aan de kook en kook gedurende ongeveer 15 minuten,
tot ze gaar zijn.
Terwijl de groenten koken, verhit een droge koekenpan op middelhoog vuur.
Bak de spekblokjes goudbruin en krokant. Haal de spekjes dan uit de
pan en bewaar het vrijgekomen vet
Meng in een kom de sojasaus, gerookt paprikapoeder en peper tot een marinade.
Snijd de speklappen doormidden en leg ze in de marinade; laat dit even intrekken.
Klop het ei los in een kom. Doe de bloem en het paneermeel in aparte
kommetjes en haal de gemarineerde speklappen eerst door de bloem,
vervolgens door het ei en ten slotte door het paneermeel, zodat ze gelijkmatig bedekt zijn.
Zodra de aardappel- en knolselderijblokjes gaar zijn; giet je ze af.
Doe ze terug in de pan en verwarm kort op laag vuur om overtollig vocht te laten verdampen.
Stamp de aardappel en knolselderij fijn met een aardappelstamper tot een puree.
Voeg de melk toe en meng goed door. Roer de zuurkool, gebakken
spekjes (inclusief het spekvet) en kerriepoeder door de puree. Breng op smaak met zout en peper.
Verdeel de stamppot over de borden en serveer met een knapperig speklapje bovenop. Eet smakelijk!