- 150 g pindakaas
- 100 ml kokosmelk
- 2 tenen knoflook
- 1 sjalot
- 1 rode peper
- 2 el ketjap manis
- 1 el gula djawa (of bruine basterdsuiker)
- 1 tl djahé
- 1/2 tl ketoembar
- Scheutje limoen- of citroensap
- Snijd 1 sjalot, 2 tenen knoflook en 1 rode peper (zonder zaadlijsten) ragfijn en fruit in een scheutje olie op matig vuur even aan. Je kan uiteraard ook de mixer gebruiken om het geheel fijn te snijden.
- Voeg een scheutje water (3-4 el) toe samen met 1 tl djahé, 1/2 tl ketoembar en een snuf zout.
- Meng vervolgens 150 gr pindakaas door het geheel tot je een mooie gladde massa hebt.
- Voeg 2 el ketjap manis, een scheutje (verse) citroensap en 1 el gula djawa toe. Meng even grondig door elkaar.
- Verdun het geheel met de kokosmelk. Voeg circa 100 ml toe voor een mooie saus.
- Blijf constant roeren (liefst met en kleine garde) terwijl de saus op matig vuur opwarmt. Als de saus te dik wordt dan kan je wat extra kokosmelk toevoegen. That's it, de enige echte Indische satésaus!