- 200 g basmati rijst
- 3 kipfilets
- 2 kippenbouillontabletten, verkruimeld (Maggi)
- Paar takjes bladselderij
- 2 laurierblaadjes
- 6 pimentkorrels (supermarkt bij de specerijen)
- 1 stengel citroengras, gekneusd
- 1 ui, gepeld en fijngesnipperd
- 1 teentje knoflook, gepeld en uitgeperst
- 1 tomaat, in stukjes gesneden
- 350 g Surinaamse pindakaas (die is licht pittig, verkrijgbaar in supermarkt)
- 2 el ongezouten pinda’s, grof gehakt
- Optioneel, bosui voor garnering
- Kook de rijst gaar volgens de omschrijving op de verpakking. Dit kan al een dag van tevoren.
- Leg de kipfilets in een ruime kookpan. Voeg de bouillontabletten, selderij, laurierblaadjes, pimentkorrels, citroengras en 1,5 liter koud water toe. Breng aan de kook. Schep eventueel bovendrijvend schuim weg. Zet het vuur laag en laat zachtjes pruttelen tot de kip gaar is. De kooktijd kan variëren tussen de 8 tot 15 minuten want is afhankelijk van de dikte van de kipfilets. Controleer het als je twijfelt door een kipfilet uit de pan te halen en met een vork het dikste deel open te trekken. Als de kip overal wit van kleur is, is hij gaar. Is hij nog roze, kook hem dan iets langer.
- Haal de kip uit de pan en laat iets afkoelen. Zeef de bouillon. Trek de kip met twee vorken uit elkaar.
- Verhit een ruime kookpan met een scheutje olie en fruit de ui, knoflook en tomaat op middellaag vuur tot de ui zacht is. Voeg de pindakaas en twee soeplepels van de gezeefde bouillon toe. Roer glad. Voeg dan al roerend de overige bouillon toe. Voeg de geplozen kip toe aan de bouillon en warm nog even door.
- Doe wat rijst in een soepkom en schenk de pindasoep eroverheen. Garneer met gehakte pinda’s en eventueel wat bosui.