- 300 gr kipfilet
- 125 ml slagroom
- 75 ml witte wijn
- 1 eetlepel Limburgse mosterd
- 1 kleine ui of sjalot, gesnipperd
- 1 teen knoflook, geperst
- kippenbouillon, blokje of poeder
- paar takjes verse salie en oregano, fijngesneden
- 2-3 takjes tijm
- ghee, of roomboter
- zout en peper
- Snij de kipfilet in reepjes en bestrooi met zout en peper. Verhit wat ghee in een koekenpan, schroei de kipreepjes dicht en bak rondom goudbruin. Schep uit de pan en leg op een bord.
- Fruit in het achtergebleven bakvet de gesnipperde ui aan, blus af met witte wijn en roer de aanbaksels los. Voeg de knoflook toe, warm even mee. Roer de slagroom, Limburgse mosterd, salie en oregano erdoor. Ris de blaadjes van de takjes tijm, voeg wat kippenbouillonpoeder toe (of breek een stukje van het blokje) en roer nogmaals door. Leg de kipreepjes in de saus en laat de kip rustig garen.
- Tijdens het garen van de kipreepjes dikt de saus in en worden de kipreepjes gehuld in de saus.Tip: wil je graag extra saus gebruik dan 1½-2x zoveel slagroom en wijn.
- Schep de kipreepjes in romige mosterdsaus op de borden of in een voorverwarmde schaal, garneer met bieslook en zet op tafel. Lekker met gebakken aardappeltjes en een frisse salade.