Ingrediënten deeg (op kamertemperatuur)
400 gram zelfrijzend bakmeel
200 gram boter
200 gram lichte basterdsuiker
½ geklopt ei
zakje vanillesuiker
4 gram zout
4 eetlepels melk
Ingrediënten vulling
1 kilo zoetzure appeltjes ( bv. Elstar)
3 pakjes roomkaas (bv. Monchou)
140 gram suiker (90 plus 50 gram)
zakje vanillesuiker
1 ei plus 1 eidooier
2 eetlepels custardpoeder
kaneel
Eventueel grove suiker
Klop de roomkaas met 90 gram suiker los en glad. Voeg het ei, de eidooier en het zakje vanillesuiker toe. Klop zolang totdat je een glad beslag hebt. Meng de ingrediënten en kneed ze totdat je een stevig deeg hebt. Verdeel het in drie gelijke delen. Verwarm de oven voor op 170 graden. Vet een bakvorm in en bekleed de bodem met bakpapier. Rol het eerste deel van het deeg met een deegroller uit tot een gelijkmatige ronde lap en bekleed de bodem van je springvorm ermee. Rol nu het tweede deel van je deeg uit en maak er smalle repen van. Bekleed de randen van de bakvorm met deze repen. Druk de naden goed dicht, anders gaat de taart ‘lekken’. Schil en snijd de appels in stukjes. Meng de rest van de suiker (50 gram) met twee theelepels kaneel en twee eetlepels custardpoeder. Roer dit mengsel door de appelblokjes. Giet het cheesecake-mengsel in de vorm en doe de appels er bovenop. Rol de rest van het deeg uit tot een dunne lap en snijd repen van circa 2 cm. Vlecht een raster bovenop de taart en druk de randen rondom goed aan. Snijd het overtollige deeg weg en bestrijk met het resterende ½ ei. Strooi eventueel de grove suiker eroverheen alvorens de taart in circa een uur goudbruin te bakken. Eenmaal afgekoeld, kan de rand voorzichtig van de springvorm worden losgemaakt. Zet nu de taart een paar uur in de koelkast zodat de cheesecake binnenin kan opstijven.